Boterbloemluis
Boterbloemluis
Algemeen voorkomende en wijdverspreide middelgrote soort (1,8-3,0 mm) die waarschijnlijk van Europese oorsprong is.
Kenmerken
Het voorhoofd wordt gekenmerkt door parallelle binnenranden van de voorhoofdsknobbels. De peervormige ongevleugelde levendbarende vrouwtjes hebben antennen die uit zes leden bestaan en maximaal 1,3 maal de lichaamslengte hebben. Het laatste antennelid is ongeveer 1,3 maal zo lang als de sifonen. De sifonen zijn vrij lang en tenger, hebben een brede basis, zijn circa 1/4 maal de lichaamslengte en zijn tot 2,5 maal zo lang als de cauda. De cauda is tongvormig en bezet met zeven haartjes. De kleur van deze bladluis varieert van geelachtig, bleekgroen tot groen, met donkerder groene of roestkleurige tot bruinachtige plekken aan de basis van de sifonen. De uiteinden van antenneleden, de distale einden van de leden van de poten en de uiteinden van de sifonen zijn gepigmenteerd. De ongevleugelde vrouwtjes zijn niet gepigmenteerd op de rug van het achterlijf, terwijl gevleugelde vrouwtjes een patroon hebben van dwarsbalken en vlekken op de rand van de rug.
Levenscyclus
De boterbloemluis bestaat uit meerdere ondersoorten en stammen die qua biologische kenmerken verschillen. Overwintering als levendbarende vorm komt algemeen voor bij zachte weersomstandigheden, in beschermde situaties op potplanten in huis of onder glas of wanneer de gewassen in grondkuilen zijn opgeslagen. Overwintering als eitje vindt op verschillende planten plaats. De eitjes komen uit in het voorjaar en ontwikkelen zich tot ongevleugelde vormen (stammoeders). Gevleugelde migranten die in voorjaar/zomer zijn voortgebracht, vliegen over naar andere waardplanten waar zij zich gedurende de rest van het seizoen parthenogenetisch vermeerderen. In de herfst worden er gewoonlijk ongevleugelde en soms ook gevleugelde mannetjes voortgebracht. Deze bevruchten de ovipare vrouwtjes. Waardplant (winter en zomer) Veel kruidachtige planten waaronder ook veel economisch belangrijke gewassen Levenscyclus Holocyclisch, anholocyclisch
Schade
Deze soort koloniseert voornamelijk de bladeren en stengels van de waardplant. De bladluis kan zeer schadelijk zijn en is een belangrijke overbrenger van circa 40 virussen, waaronder zowel persistente en non-persistente virussen van aardappel en biet.