Koolzaadsnuitkever

Ceuthoryncus assimilis

Koolzaadsnuitkever

Kenmerken

Het volwassen insect, de kever is ovaal van vorm en 2,5 tot 3 mm lang. Hij is zwartgrijs met dorsale strepen waartussen twee rijen grijze stippels kunnen voorkomen. De larve heeft een bleekbeige kop en is 5 tot 6 mm lang.

Levenscyclus

De adulten verschijnen in april of wanneer de temperatuur hoger ligt dan 13°C. De vluchten nemen toe met de tijd, doen zich voor in opeenvolgende golven en kunnen over verscheidene kilometers strekken; de vluchten zijn aanzienlijker naarmate de temperatuur hoger ligt. De eiafleg gebeurt in de jonge hauwen. Eén tot drie larven per hauw vreten elk twee tot drie zaden aan. De larven verlaten de hauw langs een zelfgemaakt gat in de vruchtwand en begeven zich ondergronds. Daar ondergaan ze in de zomer een transformatie tot volwassen insect. Deze blijven in rusttoestand in de bodem verscholen tot de volgende lente.

Schade

De voornaamste schade is het gevolg van de ontwikkeling van de larven in de hauwen waar ze elk drie tot zes zaden aanvreten. Het aanbijten van bloemen en hauwen veroorzaakt wonden, deze bevorderen de ontwikkeling van galmuggen en van schimmelziekten die het rotten van hauwen en zaden veroorzaken. Mogelijk worden ook knoppen en jonge hauwen vernietigd wanneer de kevers reeds tijdens een vroege ontwikkelingsfase van het gewas optreden.