Elke druppel telt, nu nog meer dan in het verleden

Gewasbescherming
1132x637 gerbera spuittechniek

Afgelopen jaren zijn er steeds meer gewasbeschermingsmiddelen verdwenen en komen er maar een handvol nieuwe producten terug. Helaas zal dit de komende jaren niet heel veel anders worden. En dat baart ons allen grote zorgen. 

Om dit smaller wordende middelenpakket effectief in te kunnen blijven zetten, is het goed om eens kritisch naar de toepassingen te kijken. Niet alleen naar de keuze van het middel, maar ook naar de spuittechniek die op de bedrijven gebruikt wordt. Je wilt tenslotte dat iedere druppel op de juiste plek in het gewas terecht komt. Naast een zo hoog mogelijk rendement van je gewasbeschermingsmiddel wil je uiteraard ook een zo min mogelijke impact op het milieu hebben. Als Syngenta streven we naar een zo duurzaam mogelijke strategie met een zero impact richting milieu, voedselketen en mens. Om deze redenen houdt Syngenta zich al jaren bezig met het vergaren en delen van kennis rondom spuittechniek en het gebruik van hulpstoffen.  

Waar moet je op letten bij het kiezen van de juiste spuittechniek?
Je wilt dat het middel op de juiste plek in het gewas terecht komt, daar waar je ziekte of plaag zich bevindt, en daarnaast dient het gewas ook mooi bedekt te zijn met het middel. Omdat ieder bedrijf en ieder gewas verschillend is, zal je als eerste moeten weten waar je ziekte of plaag zich precies bevindt, om te weten wat je nodig hebt. Ook de dichtheid van het gewas speelt een rol in je keuzes.
Instellingen van de spuitapparatuur kunnen dus per ziekte of plaag of zelfs per gewas verschillen. 
Er zijn verschillende factoren die belangrijk zijn bij een juiste spuittechniek. Denk bijvoorbeeld aan de hoeveelheid water die gebruikt wordt. Je wilt een goede bedekking van het gewas maar niet dat het middel van het gewas afdruipt. Maar ook het type dop waarmee gespoten wordt is belangrijk. Geeft deze dop het juiste spuitbeeld en klopt de afgifte wel met hetgeen wat je nastreeft?
Zo heeft ook de snelheid waarmee gespoten wordt, een enorme invloed op het spuitbeeld en de hoeveelheid water die gebruikt wordt. En met welke druk wordt er gespoten? Een hoge druk geeft meer fijne druppels. Fijne druppels geven over het algemeen een mooiere bedekking maar veroorzaken ook meer drift en deze zwevende druppels komen meestal niet op de plek van bestemming. Drift is nooit goed en moet te allen tijden voorkomen worden, dus zal er dan een iets grovere druppel nodig zijn voor een goed resultaat.

Hoeveelheid water
De hoeveelheid water die gebruikt wordt, kan per gewas of per gewasstadia enorm variëren. In de praktijk gebruikt men meestal tussen de 600 en 1500 liter water per hectare, uitzonderingen daar gelaten. Uiteraard heeft de grootte van het gewas hier invloed op. Heb je met een klein gewas met weinig bladoppervlakte te maken dan zal 600 liter al veel te veel zijn. Je moet dus zoveel water gebruiken dat er een mooie bedekking van het gewas ontstaat. Het gewas hoeft dus niet drijfnat te zijn. Dat geeft misschien een goed gevoel, maar de realiteit is dat er vaak sprake is van afdruipen van het middel van het blad of geconcentreerde ophopingen langs de bladnerven ontstaan. Beide gevallen zijn niet wenselijk. 
Daarnaast kan het ook nog verschil maken of je met een systemisch middel werkt of juist contact en/of bedekking belangrijk zijn voor de werking. Bij een systemisch middel zal vooral een goede opname belangrijk zijn en de bedekking iets minder voorop staan. Bij een contactmiddel zal vooral de bedekking van groot belang zijn.
De hoeveelheid water wordt uiteindelijk bepaald door een drietal instellingen. De afgifte van de spuitdop, de ingestelde spuitdruk en de (rij) snelheid van de spuitapparatuur.

Spuittechniek gerbera

Keuze spuitdop
Er zijn veel verschillende soorten spuitdoppen in de markt verkrijgbaar.  De kleur van de dop toont de afgifte van de dop uitgedrukt in gallon per min. bij 40 psi. Om dit een stuk inzichtelijker te maken hebben de meeste doppenleveranciers een mooi overzicht op hun website staan met welke dop welke afgifte (liters / minuut) geeft bij een bepaalde druk (in bar). Doppen kunnen van verschillende materialen gemaakt zijn. Dit heeft niet direct invloed op de afgifte, maar wel op hoe lang ze mee gaan. Zo zijn er doppen gemaakt van plastic, roestvrij staal of keramiek. Je kunt je wel voorstellen dat een keramieken dop veel langer mee gaat dan eentje gemaakt van plastic. Ervaringen uit de praktijk leren dat echter niet iedereen de doppen regelmatig controleert. Je kijkt dan vooral naar: zijn ze versleten? Staan ze in de juiste positie? En zitten ze niet verstopt? Dit kan je eenvoudig controleren door ze regelmatig te kalibreren en de afgifte met behulp van een maatbeker te controleren. Zo krijg je snel en eenvoudig inzicht of alles nog in orde is en/of dat er afwijkingen zijn en eventueel doppen vervangen moeten worden. Een versleten dop kan namelijk een heel ander spuitbeeld geven. Ben je je daar niet van bewust dan kan een bespuiting een heel ander resultaat opleveren.

Spuitdruk
De druk die tijdens het spuiten gebruikt wordt, heeft grote invloed op de hoeveelheid spuitvloeistof maar ook op de indringing en bedekking van het gewas. De spuitdruk in combinatie met het type spuitdop bepaalt het druppelspectrum en de druppelgrootte. Dus de vraag die van belang is: heb ik een fijne of juist grovere spuitdruppel nodig om de druppel op plek van bestemming te brengen. Een fijnere druppel (hogere druk) geeft over het algemeen een betere bedekking, maar een slechte indringing en meer kans op drift. Een grovere druppel (lagere druk) geeft weer een betere indringing maar een iets mindere bedekking. Vaak is er een gulden middenweg, die het beste past en het beste resultaat op levert. Door eens een bespuiting met een fluoriserende stof op je eigen bedrijf uit te voeren, krijg je voor je eigen situatie goede inzichten welke instellingen het beste resultaat opleveren. Let hierbij wel op dat je de fluoriserende stof in combinatie met een gewasbeschermingsmiddel toepast zodat de poeder zich goed in de druppel verdeeld en een eerlijk beeld geeft.

Spuittechniek

Effectievere ziekte- en plaagbestrijding
Uiteraard is het van belang dat je kritisch kijkt wat voor jouw situatie noodzakelijk is om de ziekten en/of plaag in het gewas zo goed mogelijk te bestrijden.
Een feit is dat als er een goede spuittechniek wordt toegepast en het middel op de plaats terecht komt, dus waar de ziekte of plaag zit, je de helft van de strijd al gewonnen hebt. Het middel kan dan zijn werk doen waar het voor ontworpen is, namelijk het afdoden of voorkomen van de ziekte of plaag. Dit alles bij elkaar opgeteld, resulteert dan weer in een duurzamere inzet van middelen.

Als de spuittechniek optimaal werkt, kan je nog kijken of er nog een hoger rendement te behalen is met het gebruik van hulpstoffen. Hulpstoffen kunnen zorgen voor een betere bedekking van het gewas, of dat de druppel beter op het blad blijft liggen en er niet afstuitert, het druppelspectrum gelijker wordt of een verbetering van de opname van het middel in het blad. En zo zijn er nog meer  werkingsmechanismes van hulpstoffen, te veel om allemaal  op te noemen. Een hulpstof kan een toepassing flink verbeteren, maar een hulpstof kan een slechte spuittechniek niet compenseren. Kortom de basis ligt bij een goede spuittechniek!

Keuze van de hulpstoffen
Het rendement van de inzet van gewasbeschermingsmiddelen moet omhoog en een hulpstof kan daarbij helpen. Let wel op soms is het beter om juist geen hulpstof te gebruiken. De belangrijkste vraag die eerst gesteld dient te worden bij de keuze van een hulpstof is “wat wil je bereiken?”. Denk daarbij aan welke ziekte of plaag wil je bestrijden? Welk gewas ga je het inzetten en wat zijn de fysische eigenschappen of kenmerken van de actieve stof? En dan is het uiteraard ook belangrijk dat je weet wat een hulpstof wel of niet kan. Een hulpstof heeft verschillende functies en eigenschappen, maar kan zeker niet alles. De hoofdfunctionaliteit van een hulpstof is bepalend voor de keuze van de hulpstof. Zo zijn er vetminnende en waterminnende hulpstoffen, opname verbeteraars, uitvloeiers of depositie verbeterende hulpstoffen waarbij de druppel op het blad blijft in plaats van dat hij eraf stuitert. Het hangt van je actieve stof af welke hulpstof daar het beste bij past en een optimale werking kan geven. Er komt zo veel kennis bij kijken dat je soms door de bomen het bos niet meer ziet. Syngenta heeft daarom een hulpstoffenzoeker ontwikkeld die helpt om te kiezen welke hulpstof het beste bij een middel past en/of het ten goede komt in de aanpak van een ziekte of plaag . Deze hulpstoffenzoeker is te vinden op ons digitale kennisplatform, het Exper Center (www.syngenta.nl/expert-center).
 
Wil je meer weten over spuittechniek, hulpstoffen of resistentiemanagement van verschillende ziekte en plagen, kijk dan eens op ons digitale kennisplatform, het Expert Center (www.syngenta.nl/expert-center). Hier worden over verschillende onderwerpen informatie en kennis gedeeld. Zo ook over spuittechniek. Op dit Expert Center zijn verschillende interessante video’s en teksten te vinden over onderwerpen zoals bedekking, indringing, kalibreren van de spuit, het juiste spuitmoment en nog vele andere onderwerpen.

Expert Center NL Banner