Kopbrand blijft aandachtspunt in maïsteelt

Akkerbouwzaden
In 2022 werd kopbrand ontdekt in nieuwe regio’s. Kies als voorzorgsmaatregel voor tolerante rassen. Wat kun je verder nog meer doen ter voorkoming?

Maïskopbrand (Sphacelotheca reiliana) is een schimmel in de maïskolf onder de schutbladeren. Deze kan tijdens de gehele groei van de maïsplant aanwezig zijn. Soms is dit moeilijker zichtbaar en wordt de ziekte pas laat in september opgemerkt in de kolf of bovenin de pluim. Kopbrand kan zich snel verspreiden, hoofdzakelijk via wind en gronddeeltjes, dus ook via hakselaars en grondbewerkingsmachines. In 2022 waren er meldingen vanuit regio’s in Nederland waar de ziekte niet eerder was opgemerkt. Daarom blijft het advies om de nodige aandacht te besteden aan dit fenomeen en als voorzorgsmaatregel te kiezen voor tolerante rassen.

Wat zijn de gevolgen van kopbrand?

Doordat de schimmel de plant vanuit de grond (min of meer systemisch) aantast, zijn de planten bij een kopbrandhaard soms tot 100 % aangetast, waarbij je dus 100 % van de kolven mist. Je oogst dan kleinere planten zonder korrel, wat ten koste gaat van opbrengst en voederwaarde. Er is momenteel nog maar weinig bekend over de giftigheid. De smakelijkheid van met maïskopbrand besmette percelen neemt wel flink af. Stel je de ziekte vast op het perceel, dan is het advies:

  • Bij lichte aantasting, tot 5%: gewoon inkuilen en voeren.
  • Bij aantasting van 10-30%: apart inkuilen en later op basis van voederwaarde en mycotoxinen-analyse beoordelen of maïs te voeren is.
  • Bij zware aantasting van 50-100%: maïs over het veld verspreiden.

Welke maatregelen kun je zelf nemen om kopbrand te vermijden? 

  • De meest aangewezen maatregel tegen maïskopbrand is vruchtwisseling zodat de schimmel kan uitzieken. Zo kan vier jaar gras verbouwd worden of een akkerbouwrotatie worden toegepast.
  • Een andere, belangrijke maatregel is om een ‘ongevoelig’ ras te verbouwen. Zo zijn er tolerante rassen die het hoofd bieden aan de ziekte en zo nieuwe sporenvorming tegen gaan.
  • Voorkom groeivertraging door goede bodemkwaliteit, goede ontwatering, goede structuur en voldoende beschikbare stikstof. Eventueel latere zaai (warmere bodem).
  • Indien de ziekte wordt vastgesteld op het perceel : machines na de oogst met lucht schoonblazen om extra verspreiding te voorkomen.

Tolerante rassen bieden bescherming

In Nederland wordt kopbrandtolerantie sinds 2018 door PPO in het kader van het officiële rassenonderzoek gescreend. Dit gebeurt onder gecontroleerde omstandigheden, op percelen waar de ziekte aanwezig is. De nieuwste rassen worden daar beoordeeld op hun tolerantie of mate van gevoeligheid. Het aantastingspercentage is gebaseerd op waarnemingen van minimaal 2 jaar en minimaal 4 proeven. De meest gevoelige rassen tonen in deze proeven een aantasting van 30-60%.

Elk jaar wordt een “positieve lijst” gepubliceerd met de rassen die zich tolerant of zo goed als ongevoelig tonen (geen of zeer lage aantasting).
Syngenta genetica scoort - door jarenlange selectie - traditioneel zeer goed in dit onderzoek.

Benco, SY Skandik, SY Telias en SY Dakini werden vorig jaar al aanbevolen op de positieve lijst.
Op de nieuwe lijst staan nu ook SY Calo en  SY Nomad. En SY Silverbull wordt vermeld als kopbrandtolerant bij ultra-vroeg.
Andere rassen van Syngenta die in het verleden goed scoorden voor kopbrandtolerantie zijn SY Brenton en  SY Fanatic.

SY Hummer werd 2 jaar onderzocht, en toont na 2 jaar 3,2% aantasting, net onvoldoende om op de positieve lijst te komen.
SA0060 (SY Cosmos)* is voor het eerst getest, en met 0,4% aantasting wordt verwacht dat dit ras volgend jaar wordt bijgeschreven op de positieve lijst.

Al deze rassen bieden extra veiligheid bij uw maïsteelt. 

Om naar de overzichtspagina van onze maïsrassen te gaan, klik hier.

*Ras in registratie