“Septoria in knolselderij nu voorblijven!”

Gewasbescherming
Knolselderij

Nu de knolselderij aan z’n groeispurt is begonnen, wordt de bestrijding van schimmelziekten actueel. Vooral septoria vraagt om een tijdige preventieve aanpak. “Als septoria er eenmaal in zit krijg je het er niet meer uit”, waarschuwt Steven Dorrestijn.

“De knolselderij vormt momenteel veel blad”, begint Steven Dorrestijn. Hij ziet in de praktijk dat de gewassen tussen de rijen nu ongeveer voor de helft gesloten zijn en niet meer goed opdrogen. Ook neemt de kans op dauwnachten toe.

“In combinatie met hogere temperaturen zijn dat ideale omstandigheden voor septoria. Als je niet uitkijkt vliegt het je om de oren. En als het er eenmaal inzit, krijg je het er niet meer uit.”

Septoria is te herkennen aan de lichte plekjes op het loof. Bij ernstige aantasting kan het gehele blad afsterven.

Sterk middel

De eerste klap is een daalder waard en daarom adviseert de crop advisor van Syngenta om de aanpak van septoria te beginnen met een sterk product. “Amistar Top (W1) heeft bij de huidige omstandigheden de voorkeur. Het werkt preventief en curatief. Dat laatste is belangrijk voor het geval er toch al een infectie is geweest. Septoria heeft een lange incubatietijd dus als je het ziet is de infectie al 2 weken onderweg.”

Als later in het seizoen ook sclerotinia de kop opsteekt, is Switch het aangewezen product, stelt Dorrestijn. Zowel Amistar Top (W1) als Switch mogen twee keer per seizoen worden ingezet met een interval van 2 weken. De veiligheidstermijn is twee weken.

Het begint al voor de teelt

Zoals bij alle gewassen is ook bij knolselderij de fitheid van het gewas een belangrijke factor in de strijd tegen schimmelziekten. “Het begint al voor de teelt”, benadrukt Dorrestijn. “Knolselderij houdt van rijke humeuze grond zonder verdichtingen. Als die factoren aanwezig zijn, kan het gewas ongestoord, dus zonder stress, groeien. En een gewas zonder stress is weerbaarder tegen schimmels.” Ook insecten zijn een potentiele stressfactor voor de knolselderijplant. “De monitoring van de wortelvlieg blijft daarom belangrijk”, besluit Dorrestijn.