Ritnaalden
Ritnaalden
Kenmerken
Het volwassen insect, ook wel kniptor genoemd is 7 tot 8 mm groot. Het lichaam is zeer langgestrekt en over de rug- en buikzijde bedekt met fijne, grijswitte haartjes. De brede kop is bijna geheel verborgen door de thorax. De eitjes zijn lichtjes ovaal, onregelmatige vorm en 0,5 mm groot. De larve is 17 tot 20 mm lang en minder dan 2 mm breed. De larve heeft een afgeplatte kop, korte monddelen; cilindervormig lichaam, is blinkend, lichtgeel, extreem hard en weerstandbiedend. Ze wordt ook wel‘larve van de koperworm’genoemd.
Levenscyclus
De volwassen kniptorren overwinteren in de bodem en verschijnen in het voorjaar. De kniptor vliegt weinig maar loopt vooral. Hij vreet aan plantenbladeren. De eitjes (150 tot 200) worden afgelegd in mei-juni, liefst in wat vochtige grond. Grasland en klaver schijnen de voorkeur te hebben. Vandaar dat na het scheuren van het grasland vaak vreterij door ritnaalden optreedt. Na scheuren gewoonlijk eerst in het tweede gewas. Na 25 tot 60 dagen komen de larven (ritnaalden) te voorschijn. Het larvestadium duurt 4 tot 5 jaren. De ritnaalden voeden zich tot in de herfst van het tweede jaar met dode organische stof en doen dus die tijd geen schade aan de gewassen. Deze begint in het voorjaar van het derde jaar. Na vier jaar leven in de bodem verpoppen de larven. In de lente komen dan de kevers te voorschijn. De cyclus duurt dus 5 jaren maar de eitjes worden elk jaar afgelegd, zodat in eenzelfde perceel larven van verschillende leeftijden kunnen waargenomen worden.
Schade
Kiemplanten van bieten worden beschadigd in cirkelvormige vlekken. Aadappelknollen vertonen kleine galerijen. De ondergrondse delen van verschillende andere planten kunnen ook worden aangetast (granen, wortelen, tomaat, cichorei, sla, …).