Aardappelziekte

Phytophthora infestans

Phytophthora (aardappelziekte)

Kenmerken
Deze schimmel kan de aardappelplant zowel bovengronds (bladeren en stengels) als ondergronds (de knollen) aantasten. Op de jonge scheuten ontstaat een wit schimmelpluis. Op het blad verschijnen 1 à 2 cm grote olieachtig verkleurde vlekken. die er wat waterig uitzien en niet scherp zijn begrensd. Bij een hoge relatieve luchtvochtigheid ontstaat er aan de onderkant van het blad een laagje wit schimmelpluis. Binnen een dag worden de bladvlekken bruin met een lichtgroene rand. Aan de randen van de vlekken groeit de schimmel verder en tast zo heel het blad aan. Uiteindelijk sterft het blad af.
Op de stengel ontstaat bruinpaarse necrose. Bij een hoge luchtvochtigheid onstaat er dan net als bij de bladeren een wit schimmelpluis. Stengelaantasting ontstaat meestal vanuit de bladoksel. Het kan ook vanuit een aangetaste moederknol ontstaan. Op de knollen is de aantasting zichtbaar als roestbruine tot blauwachtige. door de schil schemerende vlekken. Het aangetaste knolweefsel is roestbruin van kleur en wordt afgewisseld met normaal weefsel.
 

Levenscyclus
Phytophthora infestans kan met behulp van schimmeldraden. tijdens de bewaring van de knollen goed overleven. Maar ook vrij in de grond is overleving mogelijk. In dit geval met behulp van rustsporen (oösporen). Sporenvorming. nodig voor de verspreiding van de schimmel. vindt plaats wanneer het tenminste 8 uur tussen de 3°C en 26°C is. met een relatieve luchtvochtigheid van meer dan 90%. De sporen kunnen dan via de lenticellen. ogen en beschadigingen de knol binnendringen.
De incubatietijd is 5 dagen bij 16 – 20°C en 9 dagen bij 8 – 12°C. De aantasting wordt bevordert door een relatieve luchtvochtigheid van meer dan 90% en een gemiddelde temperatuur van meer dan 16°C.