Koolzaadgalmug

Dasineura brassicae

Koolzaadgalmug

Kenmerken

De volwassen galmug komt samen voor met de koolzaadsnuitkever(enkel eileg indien er gaten aanwezig zijn door het boren van koolzaadsnuitkever). Het volwassen insect is een klein vliegje dat moeilijk te determineren is (hierbij is het gebruik van een loep noodzakelijk). De larve is een witte made met een lengte van 0,5 tot 1,5 mm; ze voedt zich met het weefsel van de vruchtwand, niet met de zaden zelf.

Levenscyclus

De larven vallen op de grond en graven zich in tot op een diepte van 5 cm. Een gedeelte van de larven gaat onmiddellijk in rusttoestand in een zijdeachtig cocon; de anderen zullen een tweede generatie geven die ongeveer één maand na de eerste verschijnt. De verpopping gebeurt op het einde van maart en het ontluiken veroorzaakt gedurende twintig tot dertig dagen stapsgewijze migratiegolven in het gewas. De verschijningsdatum van de eerste volwassenen valt veelal nauw samen met het begin van de bloei. De mannetjes leven één tot twee dagen, de wijfjes drie tot vier dagen. Er kunnen drie of vier generaties voorkomen per jaar maar slechts één of twee kunnen worden waargenomen op winterkoolzaad.

Schade

De schade veroorzaakt door galmuggen staat rechtstreeks in verband met de aanwezigheid van boorgaten in de hauwen veroorzaakt door de koolzaadsnuitkever. De galmuggen zelf zijn niet gevaarlijk zolang ze geen gaatjes in de hauwen kunnen vinden om er hun eitjes in af te leggen. De larven veroorzaken zwellingen op de hauwen en een voortijdige verdroging en het openbarsten van de hauwen, die bijgevolg hun zaden verliezen ongeveer 14 dagen na de eiafzetting. Deze schadebeelden komen vooral voor bij de eerste generatie van de galmuggen.