Schade door bodeminsecten komt de laatste jaren steeds meer voor. De grootste schade wordt door kniptorren (Agriotes spp.) veroorzaakt. Wilt u een geslaagde maïsoogst? Dan is het goed om te weten hoe ritnaalden leven, welke schade ze veroorzaken en hoe u uw gewas kunt beschermen.
Ritnaalden, een groeiend probleem
In steeds meer gewassen zien we plantwegval of schade aan de oogst. Gras-onderzaai in maïs verhoogt bovendien de kans op ei-afzet van de kniptor.
Ritnaalden of koperwormen zijn de larven van de kniptor (Agriotes spp.). Kniptorren horen bij de keverfamilie Elateridae. Er zijn verschillende soorten kniptorren en dus ook ritnaalden. Er bestaan veel inheemse kniptorren, waarvan er maar een paar schadelijk voor de land- en tuinbouw zijn. Schade wordt voornamelijk veroorzaakt door drie soorten: Agriotes lineatus, Agriotes obscurus en Agriotes sputator. De kniptor zet eitjes af in gewassen waar de grond onder het gewas makkelijk vochtig blijft, zoals in granen of graszaad. Grasonderzaai in maïs verhoogt de kans op ei-afzet.
De levenscyclus van ritnaalden duurt tot wel 5 jaar
Het 1e jaar nadat de eitjes zijn uitgekomen zal de schade van de larven meevallen. Ze zijn nog te klein en meestal hebben ze voldoende vers wortelmateriaal voorhanden om op te teren. Met oplopende temperaturen van de grond in het voorjaar worden de ritnaalden in het 2e jaar actief en veroorzaken ze schade. Ritnaalden veroorzaken vraatschade aan de wortels en het plantmateriaal. Ook maken ze gaatjes in de aardappelknollen of doorboren ze de maïsstengel.
In een perceel kunnen meerdere cycli aanwezig zijn die door elkaar heen lopen. Tijdens deze lange ontwikkelingsfase (ritnaalden leven tot wel 5 jaar in de bodem voor ze kevers worden) worden verschillende gewassen aangetast zoals aardappelen, maïs, gras, graangewassen, ui en andere groentegewassen. De ritnaald verpopt in de zomer en komt dan in het volgend voorjaar als volwassen kever te voorschijn, klaar om eitjes af te zetten. Vergeet daarbij niet dat de aantasting ook vanuit akkerranden of onkruid kan komen en niet alleen vanuit het perceel met het gewas.
De lange aanwezigheid van ritnaalden en de forse schade die ze kunnen geven, maakt dus een goede aanpak van het probleem noodzakelijk.
Levenscyclus kniptor (Agriotes spp)
Kniptor monitoring
Versmalling van het pakket van gewasbeschermingsmiddelen ter bestrijding van ritnaalden is een feit. Maar er zijn nog steeds goede mogelijkheden om het maïsgewas en de aardappeloogst te beschermen.
De volgende punten zijn van belang om ritnaalden te kunnen aanpakken:
Monitoring van de kniptorpopulatie heeft onze aandacht.
Voor een geïntegreerde aanpak van ritnaalden levert kniptorrenmonitoring in granen en graszaad de beste informatie welke kevers überhaupt in Nederland aanwezig zijn.
Is er binnen de populatie een verschuiving gaande of hebben we nog steeds te maken met de ‘oude’ inheemse soorten?
Of hebben we ook soorten die de cyclus in drie in plaats van vijf jaren kunnen volmaken? Dus soorten met een snellere ontwikkeling, die daardoor meer schade kunnen doen.
Kniptorren worden normaliter met feromoonvallen gelokt. Door verschillende feromonen te gebruiken kunnen we een beeld krijgen van de soorten die in Nederland voorkomen.
De laatste jaren zien we een nieuwe soort kniptor naar het noorden van Europa oprukken. Agriotes sordidus heeft een kortere levenscyclus en daarmee ook een groter schadepotentieel. Gelukkig is deze kniptor in de monitoring die Syngenta heeft uitgevoerd in 2020 niet terug gevonden. Ook in 2021 gaat Syngenta met het opsporen van de nieuwe soort kniptorren in Nederland door. Dit doen we in samenwerking met het Duitse Julius Kühn-Institut, Bundesforschungsinstitut te Braunschweig.
Aanpak ritnaalden:
Maïszaad behandeld met Force® 20CS. Het met tefluthrin behandeld zaadje is meteen vanaf de start beschermd
KARATE®0.4%GR granulaat, toegepast met een granulaatstrooier tijdens het zaaien, beschermt het groeiend maïsplantje
Naast Karate 0.4% GR is ook Force Evo granulaat toegelaten. Dit geeft eenzelfde werking als Karate 0.4% GR, maar omdat het Force Evo granulaat kunstmestfosfaat bevat (voordeel van een sneller beginontwikkeling van de maïs) mag dit niet worden gebruikt op derogatiepercelen. Daarom is het advies voor maïs als granulaat altijd Karate 0,4% GR.
Toepassing met KARATE 0.4%GR
KARATE 0.4%GR is een microgranulaat, toegelaten voor gebruik in aardappelen en maïs.