De juiste hulpstof geeft een bespuiting net dat beetje extra rendement
Hulpstoffen zijn bij de gewasbescherming geen wondermiddel maar kunnen het effect van een bespuiting wel degelijk verbeteren. Waar moet je bij de keuze van een hulpstof op letten om tot een optimaal resultaat van je bespuiting te komen? En wist je al dat we een handige hulpstoffenzoeker op ons digitale kennisplatform het Expert Center hebben?
De juiste spuittechniek staat onbetwist bovenaan als je vraagt wat het effect van een bespuiting bepaalt. Een hulpstof is geen "duizend-dingen-doekje". Als je eenmaal hebt besloten met welk middel je gaat spuiten, is de spuittechniek daarna de belangrijkste factor die het rendement van de bespuiting bepaalt. Dus de combinatie van dopkeuze, spuitdruk en snelheid. Als je dan nog een stapje verder wilt, komt de inzet van een hulpstof in beeld. Een hulpstof kan helpen om meer van de actieve stof op de juiste plek te krijgen of ervoor zorgen dat het daar blijft, of dat de opname ervan verbetert. Zo’n hulpstof kan je dus helpen om de effectiviteit en dus het rendement van een bespuiting te vergroten en ongewenste emissies tot een minimum te beperken. En beide zijn belangrijk want we hebben steeds minder middelen en dus moeten we ze optimaal inzetten.
Wat bij de toepassing van hulpstoffen ook een rol speelt is dat veel gewasbeschermingsmiddelen voor de glastuinbouw in de basisformulering vaak maar heel weinig hulpstoffen hebben. Dat gebeurt voor de tuinbouwgewassen vaak bewust. Het heeft ermee te maken dat we zoveel verschillende gewas-plaag combinaties hebben en dat die allemaal hun eigen optimale formulering vragen. Dit optimale kun je dan bereiken door zelf de juiste hulpstof toe te voegen.
Wat wanneer?
Of toevoeging van een hulpstof nodig of nuttig is, hangt af van vele factoren en is niet altijd in één advies te vangen. Het begint met de keuze van je middel: wat wil je aanpakken? Een schimmel of juist een insect. En hoe werkt de actieve stof van dat middel? Wil je het blad er oppervlakkig mee bedekken of is het belangrijker dat de actieve stof goed wordt opgenomen in de waslaag. Of wil je de kans verkleinen dat druppels van het blad afstuiteren. En zit er misschien al een hulpstof in de formulering van het middel. Of wil je juist drift tot een minimum beperken. Al die factoren hebben invloed op de keuze van een eventuele hulpstof.
Om die keuze te vereenvoudigen heeft Syngenta een hulpstoffenzoeker ontwikkeld. Die laat voor alle actieve stoffen en Syngenta-producten zien met welke hulpstoffen (van Syngenta) die goed te combineren zijn. Deze hulpstoffenzoeker is te vinden op ons Expert Center.
Praktijk is leergierig
Vanuit Syngenta zien we dat de interesse voor hulpstoffen de laatste jaren snel toeneemt. De telers zijn heel leergierig. En dat is ook wel logisch want met het krimpende middelenpakket wordt het steeds belangrijker om alles uit een bespuiting te halen. En het is sowieso belangrijk om voor de keuze van hulpstoffen goed je huiswerk te doen en te realiseren wat je doet en wat er met het middel gebeurd. Want je kunt ook fouten maken. Zo moet je bijvoorbeeld bij het tripsmiddel Mainspring geen opnameverbeteraar stoppen, want je wilt dat de actieve stof aan de oppervlakte bereikbaar blijft voor de tripsen en in het geval van trips is voor Mainspring een lokfructose een must. Maar heb je met mineervlieg te maken, deze vreet diep in het blad, dan is een opnameverbeteraar juist weer een aanrader. Zo heeft iedere plaag/ziekte en middel zijn eigen spelregels.
Wil je meer informatie over het gebruik van hulpstoffen? Ga dan naar ons Expert Center of neem contact met ons op of met uw adviseur.