Vaker bij groeistagnatie in 4-5 blad en natte omstandigheden
Infectie is pas zichtbaar vanaf bloei
De schimmel blijft in de grond over. Maïskopbrand tast de maïs al in het kiemplantstadium aan via de wortel. Als de maïs in het 2 à 3 bladstadium te langzaam groeit, kan de schimmel het groeipunt bereiken met aantasting van de bloeiwijzen, pluim en kolf, van binnenuit.Tot eind augustus is aan de plant nauwelijks iets te zien, alleen de plantlengte blijft wat achter. Rond 1 september ontstaat soms zwart schimmelpluis op de pluim en in het schutblad op de plaats van de kolf ontstaat een grote harige schimmelbol, die de gehele kolf vervangen heeft. De schimmelbollen vormen sporen, die op de grond vallen of door wind worden verspreid. Bij zware aantasting is bij het hakselen een zwarte stofwolk van sporen te zien. Ook via machines vindt verspreiding plaats. In de kuil veroorzaakt een zware aantasting een vieze zwarte laag, die lijkt op natte zwarte grond.Maïskopbrand kan het hele maïsgewas onbruikbaar maken.
Maïskopbrand is te herkennen aan een volledig zwarte peerachtige vochtige kolf die nog bedekt kan zijn door het schutblad. Of door een verbrande zwarte pluim in de plant. In een aantal gebieden in Nederland is het sterk aanbevolen om tolerante rassen te kiezen.
Om naar de overzichtspagina van onze maïsrassen te gaan, klik hier.
Maïskopbrand lijkt verder op te rukken, vooral in lagere, natte gebieden.
Maïskopbrand is een ziekte die in Nederland voor het eerst in 2012 officiëel werd vastgesteld.
Sommige percelen hebben een aantastingsgraad van 50% tot 100%. De maïs van deze percelen is onbruikbaar voor productieve dieren.
De kans op een zware aantasting is groter als de beginontwikkeling van de maïs tot het 4 à 5 bladstadium slecht is door stress (koude, natte gronden, nachtvorsten). Hetzelfde geldt voor gevoelige rassen, na minder strenge winters en bij nattere weersomstandigheden. De aantasting tussen rassen varieert van minder dan 0,1% tot 50%. Bij kopbrandaantasting boven 10% vallen het zetmeelgehalte en de voederwaarde tegen doordat de kolf volledig verschimmeld is. Ook de drogestofopbrengst is dan lager. Bij 50% aangetaste planten is het zetmeelgehalte gehalveerd en de opbrengst mogelijk 25% lager.
Wat kun je het beste hier tegen doen?
De beste maatregel tegen maïskopbrand is het uitzieken van de schimmel op het perceel in vruchtwisseling met vier jaar gras of in een vierjarige akkerbouwrotatie, omdat sporen circa vier jaar in de bodem overblijven en hun kiemkracht bewaren. Een andere mogelijkheid is het telen van kopbrand tolerante rassen. Deze rassen vertonen geen of nauwelijks symptomen van deze ziekte.
Het perceel blijft wel ziek en ook is er kans op geringe verspreiding, maar als veehouders met deze rassen maïs telen, kunnen ze dit zonder problemen inkuilen en voeren. Op koude, natte percelen zijn vroegheid en stevigheid ook belangrijk.
Ongevoelige rassen voor maïskopbrand:
Belangrijk is ook om vrijwel ongevoelige rassen voor maïskopbrand te zaaien. Op percelen die met maïskopbrand zijn besmet, kunnen veehouders een aantal rassen vrijwel probleemloos telen. Sinds enkele jaren test Syngenta ism PPO Nederland zijn rassenassortiment uit op gekende besmette percelen. Ook Syngenta heeft een uitgebreide proef gedaan in Megen. In deze test zaaien we niet enkel onze rassen maar ook veel uitgezaaide andere rassen (grafiek hieronder). Zoals u kunt zien, hebben onze variëteiten een goede tot zeer goede tolerantie tegen kopbrand. Met deze en andere Syngentarassen neemt u dus geen risico’s ! Hieronder ziet u het % aantasting in 2019: