Door kennisontwikkeling meer rendement uit maïsteelt halen
Teelttechnische uitdagingen in de maïs als uitgangspunt voor CropEx trial network.
“Onze wereld is constant in beweging. Er verdwijnen van steeds meer chemische middelen in zowel zaaizaadbehandeling als onkruidbestrijding. De bemestingsnormen worden steeds strenger en we zien steeds extremere klimaatomstandigheden. Dit alles was aanleiding voor het formuleren van diverse vraagstukken voor de toekomst”, aldus Roel van Avermaet, Technisch Manager Syngenta Seeds Benelux.
Verschillende zaaidichtheden, verschillende opbrengstniveaus, maar wel rasafhankelijk.
In dit netwerk zijn we hoofdzakelijk actief met zaaidichtheidsproeven, ook in de Benelux. We willen te weten komen hoe maïsrassen reageren op verschillende zaaidichtheden. Tijdens de veldperiode worden ook de weersomstandigheden nauwkeurig opgevolgd om op die manier ook de opbrengsten beter te kunnen interpreteren. Een ervaring die we nu al kunnen delen, is dat rassen anders reageren op diverse zaaidichtheden. De afgelopen teeltseizoenen waren totaal verschillend. Voor sommige hybriden is er al een goed beeld, voor andere is verder onderzoek nodig. Het is wel duidelijk dat in de toekomst met een aangepast en individueel perceels- en rassenadvies extra rendement zal behaald kunnen worden. De digitalisering van gegevensverzameling en machines zullen deze evolutie versnellen.
Stikstofefficiëntie wordt mede bepalend bij de rassenkeuze.
Er is meer en meer aandacht voor stikstof in de bodem en in ons leefmilieu. Binnen Syngenta hebben we de vraag opgepakt waar in de maïsteelt nog efficiëntieslagen op dit gebied gemaakt kunnen worden. Hoe verloopt de efficiëntie van stikstof in maïs ? Zijn er kweeklijnen die significant beter scoren op N-efficiëntie? Kunnen we met zaaidichtheden aan de slag om de maïs zo efficiënt mogelijk te laten omgaan met stikstof?
Ook In de Benelux zijn er proeven aangelegd op vlak van N-efficiëntie bij verschillende bemestingstrappen. Hier zijn bepaalde trends zichtbaar. Bepaalde ouderlijnen gaan net iets efficiënter om met stikstof dan andere lijnen. Nieuwe hybriden met deze ouderlijnen worden nu verder onderzocht. In de toekomst willen we dus niet alleen resultaten zien van rassenproeven zoals we ze nu kennen, maar bijkomend info geven hoe rassen reageren op verschillende stikstofgiften.
Op deze manier zorgen we er niet alleen voor dat u nú een uitstekend maïsras kunt telen dat het beste bij u past. Maar willen we dat u ook in de toekomst nog goede maïs kunt telen met de juiste zaai- en teelttechniek.
In onderstaande grafiek ziet u het verschil in drogestof voor ras A, B en C bij 0 eenheden N, 60 eenheden N en 120 eenheden N.