Goed en op tijd onderwerken van je vanggewas belangrijk voor goede maïsteelt

Akkerbouwzaden
Door tijdig en op een juiste manier je vanggewas te verkleinen kun je met de krappe bemestingsnormen je laatste kg stikstof benutten om zo ook dit jaar succesvol maïs te telen!

Is je vanggewas al ondergewerkt? En waarom moet dit op tijd gebeuren?  

Door de natte omstandigheden zullen veel vanggewassen nog niet ondergewerkt zijn. Als een perceel met vanggewas weer berijdbaar is, is het advies om deze zo snel mogelijk onder te werken om een maximale stikstofbeschikbaarheid te genereren voor je maisteelt. Wat zijn de nadelen van te laat of niet goed onderwerken? 

Waarom op tijd het vanggewas onderwerken?

Het vanggewas dat is uitgezaaid na de oogst van de maïsteelt voorkomt uitspoeling in de winter van achtergebleven bemestingselementen zoals bijv. stikstof en fosfaat. Door op tijd je vanggewas te zaaien heeft deze tijd om te groeien en stikstof op te nemen die niet door de vorige teelt is gebruikt. De teelt die daarop volgt kan dan opnieuw profiteren van de stikstof die vrijkomt uit het ondergewerkt vanggewas. Een goed ontwikkeld vanggewas of groenbemester levert zo een belangrijke bijdrage aan het op peil houden van het organische stofgehalte in de bodem. En vormt op die manier een stikstofkringloop.

Door op tijd groenbemester aan te pakken is de stikstofbeschikbaarheid maximaal voor de maïsteelt 

Om de vastgelegde stikstof en andere nutriënten zo goed mogelijk te kunnen benutten voor de maïsteelt van dit jaar moet de groenbemester op tijd worden vernietigd. De vertering van de plantenresten kan dan beginnen en de stikstof en andere nutriënten kunnen geleidelijk vrijkomen. Hier is tijd voor nodig: na ongeveer 3 maanden is de stikstofbeschikbaarheid maximaal. Juni is namelijk de maand waar het maïsgewas maximaal stikstof opneemt. Pak dus door op tijd, tussen 1 februari en uiterlijk 1 april, de groenbemester aan zodat de stikstof op tijd beschikbaar komt voor het nieuwe maïsgewas.

Nadelen langer laten staan van een vanggewas 

  • De vertering van het vanggewas begint te laat daardoor komt stikstof komt te laat beschikbaar, waardoor minder kan worden bespaard op bemesting van het volggewas.  
  • Vertering van het vanggewas gaat langzamer. (Een vanggewas dat na de winter te lang blijft doorgroeien krijgt een te hoge C/N verhouding. Een hoge C/N verhouding vraagt stikstof voor een goede vertering, dus hierdoor gaan we ‘verse’ stikstof die we geven voor onze hoofdteelt moeten gebruiken voor de vertering van ons vanggewas).
  • Wanneer je te laat en te veel vers verkleind organisch materiaal onderwerkt kan dit nadelig zijn voor het capillaire bodemvocht (opstijgend grondwater). In droge omstandigheden kun je dan problemen krijgen bij de vochtvoorziening van kiemende maïsplanten.

Door tijdig en op een juiste manier je vanggewas te verkleinen kun je met de krappe bemestingsnormen je laatste kg stikstof  benutten om zo ook dit jaar succesvol maïs te telen!

vanggewas onderwerken dient  op tijd te gebeuren, wil je optimaal de stikstof kunnen benutten